Er zijn twee aspecten die deze problematiek ingewikkelder maken dan het misschien in eerste instantie lijkt:
- Uit berekeningen van het verkeer blijkt dat veel kortere afstanden effect kunnen hebben op de keuze van vervoer (auto, fiets, voet). In sommige gevallen kan zo gezamenlijk uiteindelijk meer autokilometers worden gereden dan in de huidige situatie. Het is dus mogelijk dat het openen van de Busbrug meer autoverkeer aantrekt omdat mensen die vroeger op de fiets of met de voet gingen nu met de auto rijden. Zie het Busbrug onderzoek uit 2017 voor deze specifieke analyse.
- Bij de beoordeling van stikstof speelt het depositie begrip een zeer belangrijke rol. Dit houdt in dat het minstens even belangrijk is (zo niet nog meer dan dat) wáár autobewegingen plaats vinden: ver van of juist dichtbij Natura-2000 gebied. Autoverkeer vanaf Westerwatering naar A8 richting het noorden, rijden meer kilometers ten opzichte van de situatie als men over de Busbrug zou kunnen rijden (in de spits). De hoeveelheid omrijdend autoverkeer zal per saldo meer stikstofdepositie op de omgeving veroorzaken dan het verkeer over de Busbrug. Maar binnen de regelgeving van de omgevingsdienst kijkt men naar het effect van het verkeer op de nabijgelegen aantal hexagonen (1 ha) in het N2000 gebied polder Westzaan. Uit de Aerius berekening is gebleken dat het verkeer over de Busbrug in de spits op deze hexagonen een verhoogde stikstofdepositie te verduren krijgen. Het omrijdend verkeer ligt verder weg van deze hexagonen, waardoor er rekenkundig geen verhoogde depositie op deze hexagonen optreedt. Dit zal moeten blijken uit het stikstof onderzoek dat op later moment nog plaats zal vinden.
Deze vraag richt zich voornamelijk om aspecten die binnen het project van de Busbrug aan bod komen. Daarom willen wij voor deze vraag graag verwijzen naar het projectteam van de Busbrug. https://www.zaanstad.nl/projecten/busbrug-de-binding/
Toegang op basis van postcodegebied is technisch misschien mogelijk, maar is op dit moment in elk scenario niet het streven.
Uit onderzoek blijkt dat het grootste deel (ongeveer 90%) van het verkeer al uit Westerwatering of Westerkoog komt. In het onderzoek van 2017 is al aangetoond dat het niet noodzakelijk is om de Busbrug in de spitsuren nog langer dicht te houden vanwege sluipverkeer. Alleen toegang geven aan mensen uit deze wijken is daarom niet nuttig.
Buiten de spits: dan is de busbrug sowieso al open en kan de wijk vanuit twee kanten bereikt en verlaten worden; In de spits(en): voor nood en hulpdiensten zullen er altijd uitzonderingen en routes mogelijk blijven in de verschillende scenario’s.
Dit zou ook nu weer bekeken kunnen worden. Maar tot nu zijn er afspraken gemaakt met de aannemer van de Thorbeckeweg (project AVANT) dat er altijd een rijweg van 2x2 rijstroken open zijn. De weg blijft dus open. Dit is wel aan het project AVANT om verder in dat project te regelen en in de gaten te houden.
Voor de studie wordt het Zaans Verkeersprognosemodel gebruikt (ZVPM) waarin tot 2040 de meest vaststaande ruimtelijke ontwikkelingen zijn opgenomen. Voor infrastructuur zijn dit alleen de definitief voor uitvoering gereed staande plannen, zoals AVANT. Door de grote relevantie voor Westerwatering en Westerkoog zijn ook de plannen voor de Busbrug en Guisweg (ondanks de andere status dan AVANT op dit moment) projecten die we meenemen. Ook houden we rekening met mogelijk lang uitstel of niet doorgaan van een van deze twee projecten.
Het onderzoek naar de bereikbaarheid van Westerwatering gaat niet over de openstelling van de Busbrug. Dat is een apart project.
De Busbrug is op werkdagen nu alleen buiten de spitsuren open. Hierop zijn de huidige verkeerscijfers gebaseerd en dit is het uitgangspunt van het onderzoek naar de autonome toekomstsituatie (de situatie waarin wij zonder maatregelen naar de toekomst kijken)
Bij het onderzoek houdt de gemeente wel rekening met een open en een gesloten Busbrug tijdens de spits. In de verschillende rekenkundige varianten binnen dit onderzoek, wordt de spitsopenstelling van de Busbrug meegenomen als optie. Dit geldt ook voor de autonome toekomstsituatie die dus met en zonder spitsopenstelling wordt bekeken qua bereikbaarheid voor Westerwatering.
De besluiten voor openstelling Busbrug en aanleg Guisweg zijn genomen. Dit betekent dat ze als vaststaand uitgangspunt worden genomen. In de studie wordt ook onderzocht wat het betekent als een of beiden onverwacht toch niet uitgevoerd wordt in de toekomst. Zo kunnen we kijken hoe een openstelling van de Busbrug en een aangelegde Guisweg invloed hebben op de verschillende oplossingen voor de nieuwe ontsluiting Westerwatering.
Nee, de huidige ligging van het spoor is uitgangspunt bij dit onderzoek en het zoeken naar oplossingen. Voor het verdiepte spoor is een maatschappelijke kostenbatenanalyse uitgevoerd en deze viel negatief uit. Hiernaast is er in relatie tot de Guisweg een besluit genomen en is er geen ruimte meer voor een verdiept spoor. Ook de Westerkoogweg is ruimtelijk gezien niet meer mogelijk.
Uit onderzoek blijkt dat een verdiept spoor bij de Guisweg niet haalbaar is. Varianten waarbij het spoor en station verdiept worden hebben wel toegevoegde waarde maar zijn te duur en moeilijk uit te voeren. Bestuurlijk is daarom besloten om deze variant niet verder te onderzoeken.
De definitieve keuze is gemaakt voor een weg die onder het spoor gaat. Dit blijft de komende jaren het uitgangspunt, ook voor het onderzoek naar de derde ontsluiting Westerwatering. Tijdens dit onderzoek kijkt de gemeente hoe een derde ontsluiting technisch en financieel mogelijk kan zijn, zowel boven als onder het spoor bij de Vincent van Goghweg.